Translatio
DE TRANSLATIO (Lieven Dehandschutter)
Op 6 december wordt Sint Nicolaas gevierd. Kinderen die zingen " Sinterklaas is jarig " hebben het verkeerd voor, want het gaat om de overlijdensdag van de Sint. Omdat de aardse dood voor heiligen meteen een hemelse wedergeboorte betekent, is er toch plaats voor vreugde. Naast zijn winterfeest heeft St.-Nicolaas ook een zomerfeest en wel op 9 mei. Die dag in 1087 voer een schip met Nicolaas'gebeente de Zuiditaliaanse havenstad Bari binnen. De overbrenging of translatio van het stoffelijk overschot wordt in Bari nog steeds met vel pracht en praal herdacht.
Ook in Vlaanderen werd het zomerfeest gevierd. In Putte was er tot in de 16de eeuw op Sint-Niclaesdagh in mejj. Buggenhout vierde Nicolaas eveneens in mei en in de Sint-Niklaaskerk te Ieper werden nog in 1948 prentjes uitgedeeld ter Gedachtenis van het Zomerfeest van St.-Niklaas. Er zijn aanwijzigingen - nog geen bewijzen - dat de kermis begin mei in St.-Niklaas uit dezelfde traditie spruit. In het werk van De Potter en Broeckaert over de geschiedenis van de stad wordt gesproken over "De, 8 May 1717, synde daeghs voor den feestdach van de kerkwydinge deser prochie... "
MOTIEVEN
De officiële reden waarom Nicolaas'resten van Myra naar Bari werden overgebracht, is dat men ze uit islamitische landen wou redden. Het Nicolaasgraf te Myra was als bedevaartsoord erg in trek aan de Antiochische kust. In 808 beval kalief Haroun-al-Rachid de vernietiging van de stad. Zijn vloot verging echter in de storm. De admiraal werd gered, " opdat hij zou getuigen van Nicolaas'macht". Enkele jaren voordien was er ook al een poging ondernomen om Nicolaas'graf te vernietigen, maar bij vergissing werd toen een andere tombe aan diggelen geslagen. Bijna drie eeuwen lang bleef het graf onaangeroerd in de strijd tussen de christelijke Byzantiërs en de muzelmaanse Saracenen. Voor Myra waren de bedevaarders naar Nicolaas'graf een belangrijke bron van inkomsten. In 1071 dienden de Turken de Byzantiërs een beslissende nederlaag toe in de lag bij Mantzikert. In 1080 viel Nicea en na de val van, Antiochice in 1084 vluchtte de bevolking van Myra naar de citadel. In Italië rijpten plannen om Nicolaas'gebeente een nieuwe rustplaats te bezorgen. Venetië dat Sint-Marcus ( San Marco) reeds uit Alexandrie had gehaald, was geïnteresseerd, maar ook Bari.
Bari had niet enkel religieuze motieven. De stad was sinds zowat 970 de zetel van de Byzantijnse stadhouder van Zuid-Italie. In 1071 werd de stad echter ingenomen door de Noormannen, die het politieke centrum van Bari naar Salerno verplaatsten. Om de economische consequenties van dit prestigeverlies te compenseren, leken de relikwieën van een heilige een wondermiddel. Relikwieën betekenden immers pelgrims en pelgrims inkomsten.
VIER VERSIES
Er bestaan vier versies over de translatio. Nicephopnus tekende de feiten kort na
9 mei 1087 op. Hij vertokt de visie van de Byzantijnse burgerij. Diametraal daartegenover stond de Griekse adel, met o.m. aartsbisschop Ursus, die Johannes de Aartsdeken opdracht gaf zijn versie weer te geven. Naast deze Latijnse teksten zijn er nog twee minder belangrijke versies, een Griekse en een Russische.
Begin 1087 verlieten drie schepen de haven van Bari. Zij voeren richting Antiochie om handel te drijven maar hun eigenlijke opdracht was het gebeente van de Heilige Nicolaas uit Myra mee te brengen. In Syrië vernamen zij dat een Venetiaanse missie met dezelfde opdracht onderweg was.
Prompt lichtten de schepen uit Bari hun ankers en volgden de kust van Klein-Azie, tot zij Myra bereikten, dat door de Saracenen bezet was. De zeelieden gingen aan wal en bereikten enkele mijlen landinwaarts de basiliek waar sedert 750 jaren bisschop Nicolaas begraven lag. Enkele monniken, die de wacht optrokken, toonden hun de plaats waar de vloeistof die uit de botten van de heilige stroomden, werd opgevangen.
Toen het de monniken duidelijk werd dat men de stoffelijke resten wou stelen, trachtten zij versterking te halen. Ze werden evenwel overmeesterd en gedwongen Nicolaas'graf precies aan te duiden. De marmeren vloer werd opgebroken. Men trof het witmarmeren graf aan met de kist, die helemaal gevuld was met de Heilige Olie die uit het gebeente vloeide. Het gebeente werd in zijden gewaden gewikkeld en naar de schepen gedragen. Tijdens de afvaart van de schepen werden zij nageroepen door een massa woedende inwoners van Myra.
Tijdens de terugreis stak een storm op.. De schepen dreven af naar Patara, de geboorteplaats van Nicolaas. Vijf zeelieden bekenden dat zij heimelijk stukjes van het gebeente hadden weggenomen. De botjes werden teruggegeven en de reis verliep verder zonder problemen.
De schepen landden in de haven van San Giorgio, op vijf mijlen van Bari. Daar werd het gebeente in een houten kist gelegd. Boden brachten het nieuws naar Bari.
Vanaf dat ogenblik ontstond er een geschil tussen aartsbisschop Ursos, die de kist naar de kathedraal wou laten overbrengen, een groep ( waaronder de zeelieden) die de bouw van een nieuwe kerk voor de Heilige Nicolaas eiste. Het meningsverschil was zo hevig dat er onlusten uitbraken, waarbij twee doden vielen. Ondertussen had men op 9 mei het gebeente in bewaring gegeven aan abt Elias van het Benedictijnerklooster. Uiteindelijk stemde de aartsbisschop in met de bouw van een nieuwe Sint-Nicolaasbasiliek
In februari 1089 overleed aartsbisschop Ursos. Elias volgde hem op en wijdde nog hetzelfde jaar in september de crypte van de basiliek in. Paus Urbanus II plaatste het gebeente van Nicolaas eigenhandig onder het altaar en riep 9 mei uit tot kerkelijke feestdag.
Bari herwon dank zij de translatio zijn aanzien. In 1096 verzamelden de legers voor de Eerste Kruistocht ( met o.m. Robrecht van Vlaanderen) in Bari om Nicolaas'hulp af te smeken. Twee jaar later organiseerde paus Urbanus II een concilie te Bari. De stad groeide uit tot een van de belangrijkste bedevaartsoorden. Ook vanuit de Nederlanden trokken ontelbaren op (boete)bedevaart naar Bari.....
© Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen, overgenomen uit de “Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen
Patroon van de Zeelui
Schutspatroon der zeelui (Lieven Dehandschutter)
De negen stormen die ons in januari en februari 1990 teisterden, hebben erg veel schade aangericht. Op zee waren er echter weinig slachtoffers te betreuren. Zou Sint-Nicolaas als beschermer der zeevarenden daar voor iets tussen zitten? In Antwerpen (B) vereren schippers en zeelieden nog steeds de H. Nicolaas. Een litanie, in 1836 te Antwerpen gepubliceerd, aanroept hem als volgt: "H.Nicolaus, die naar het H. Land vaerende een grouwzame Tempeest aen de Schippers voorzegd, en het zelve wonderlijk gestild hebt, bid voor ons!" Ook elders werd en wordt Nicolaas door zeelui aanbeden. In Griekenland namen schippers dertig Sint-Nicolaasbroodjes aan boord. Stak er een storm op, dan werden de broodjes per drie in zee geworpen.
Het zeevaartverkeer op zeeën en rivieren heeft sterk bijgedragen tot verspreiding van de Nicolaasverering. Het gros van de Nicolaaskerken is gesitueerd in havensteden en langs rivieren. Myra had weinig contact met een moeilijk toegankelijk achterland en was dus vooral op de zee aangewezen. Zo werd de Nicolaascultus meegenomen naar de Griekse eilanden en havens. Niet toevallig waren het zeelieden die in 1087 Nicolaas' gebeente overbrachten naar de havenstad Bari. Noormannen en kruisvaarders verspreidden de Sint in West-Europa en via de Hanze bereikte hij ook de Baltische kusten. Tallinn, de hoofdstad van Estland, heeft een Nicolaaskerk met de afbeelding van de heilige als beschermer der zeelieden.
VELE LEGENDEN
In ettelijke legenden manifesteert Sint-Nicolaas zich als iemand met wie je veilig in zee kan gaan.
Nicolaas voer naar Egypte, ter voorbereiding van een bezoek aan het Heilig Land. Tijdens de eerste nacht aan boord van het schip droomde hij dat een boze macht de stagen van de grote mast doorsneed. 's Ochtends voorspelde hij de bemanning dat er een storm zou opsteken. Hij stelde hen echter gerust dat God hen zou beschermen. De storm stak inderdaad op en het schip geraakte stuurloos. Een matroos die de grote mast was opgeklommen, vond de dood toen hij viel. Ondertussen bad Nicolaas; De storm ging liggen en op de koop toe stond de dood gewaande matroos weer op, alsof hij geslapen had.
Een andere legende verhaalt de terugkeer van Nicolaas uit Palestina. Hij ging aan boord van een schip waarvan de kapitein beweerde dat het Patara zou aandoen. Het koos echter een andere bestemming. Daarop ging het stormen. Het roer brak en het schip dreigde te vergaan. Plotseling ging het echter een welbepaalde koers varen. Zo meerde het aan in Patara, Nicolaas' bestemming. Kapitein en bemanning smeekten hem om vergeving na dit dubbel wonder: zij waren heelhuids uit de storm gekomen en Nicolaas had zijn reisdoel bereikt.
Een volgend verhaal gaat over de redding van Johannes. Die werd verrast door een storm toen hij de Adriatische Zee overstak, richting Hydruntum. Hij trachtte met een reddingsboot de wal te bereiken. Het bootje kapseisde en Johannes verdween in de golven, roepend "Heilige Nicolaas, help!" Daarop verscheen Nicolaas, wierp zijn bisschopsmantel over de drenkeling en bracht hem veilig aan land.
Demetrius werd op gelijkaardige wijze gered. Hij belandde echter meteen in zijn huis in Constantinopel. Volledig overstuur bleef hij schreeuwen: Heilige Nicolaas, help!" Zijn buren kwamen aangelopen en troffen hem aan in zijn druipende kledij. Demetrios kon zich het gebeurde niet meer herinneren. Toen enige tijd later zijn medepassagiers opdaagden en de ware toedracht vertelden, is iedereen verbaasd over het mirakel.
Twee legenden combineren het beschermen van zeelieden en het lenigen van hongersnood. Nicolaas was nog bisschop van Myra toen de provincie Lycië door hongersnood werd getroffen. Op een dag passeerden in Andriake enkele graanschepen, op reis van Alexandrië naar Constantinopel. Nicolaas vroeg de kapiteins een deel van hun lading af te staan voor de hongerlijdende bevolking. Zij weigerden, vrezend dat zij in Constantinopel verantwoordelijk zouden gesteld worden voor het tekort. Nicolaas verzekerde hen echter dat hen niets zou overkomen. Daarop stonden zij honderd schepsels graan per lading af. Bij aankomst in Constantinopel bleek de lading van elk schip haar oorspronkelijk gewicht te hebben bewaard.
Een andere versie is gesitueerd vijf jaar na Nicolaas' dood, toen Lycië alweer door hongersnood werd getroffen. Nicolaas verschijnt in een droom aan een familielid en beveelt een gebedsdienst in zijn grafkerk. Een aardbeving opent zijn lijkkist, waaruit een zoete geur opstijgt, die blinden weer doet zien en lammen lopen. De volgende dag verschijnt Nicolaas in de gedaante van een aartsvader. Hij wandelt over de zee en koopt de lading van vijf graanschepen. Hij beveelt de kapiteins koers te zetten naar Myra. Zij volgen echter de raad van de duivel, die hen had aangezet door te varen naar Constantinopel. Daarop breekt een storm los, die pas gaat liggen als de kapiteins besluiten toch naar Myra te varen. Daar bezoeken zij het graf van Nicolaas en herkennen hem.
Er zijn nog ettelijke andere zeeliedenlegenden rond Nicolaas. Zelfs bij de overbrenging van zijn stoffelijk overschot van Myra naar Bari in 1087 deed zich iets merkwaardigs voor. Tijdens de overbrenging ging het zo hard stormen, dat het schip moest uitwijken naar een haven. Dat bleek Patara te zijn. Nicolaas wilde blijkbaar nog éénmaal in zijn geboortestad zijn!
© Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen, overgenomen uit "De Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap" , jaargang 1, nummer 2; maart 1990